Later in de week was ik er weer, samen met Martine die soms met me meeloopt. “Zijn jullie er donderdag ook bij?”
“Ja natuurlijk zijn wij er, we gaan jullie goed helpen om afscheid te nemen van opa. Vind je het spannend?”
Ja hij vond het spannend en dat was aan zijn gezicht te zien. Hij wilde veel weten want hij is een denkertje en ’s avonds in bed is hij bang er over te dromen. Toch hield hij ons goed in de gaten en hoewel hij naar een filmpje keek waren zijn oren naar ons gericht. Heel lief werd ons een koekje aangeboden, want hij had honger dus wij misschien ook? Maar zo had hij even een reden om dicht bij zijn moeder en vader te zijn, want hij voelde hun verdriet.
Aan zijn ouders heb ik nog gevraagd in hoeverre ik hun zoon bij de uitvaart mocht betrekken. Zij wisten nog niet wat verstandig was, hem meenemen of thuis laten. Ik gaf advies om goed naar hem te luisteren. Het is altijd moeilijk voor een kind als er iemand sterft en wat er dan allemaal gebeurt. Als je alles goed kunt uitleggen dan kan het goed voor hem zijn om er bij te zijn, ook een kind krijgt met sterven te maken en mag weten dat hij verdrietig mag zijn. “Maar jullie zullen zelf het beste weten wat goed voor jullie zoon is en als hij goed kan aangeven wat hij voelt dan zullen jullie zeker de juiste beslissing nemen”.
Dan is het zover, we treffen elkaar bij het crematorium. We zouden met elkaar de auto opwachten waar opa in zou liggen. Daar was hij dan, hij wilde er bij zijn en ik vond het zo dapper van hem.
“Hoe ziet de auto er uit”, “misschien ga ik wel huilen als ik hem zie, maar dat geeft niet hé, want ik ben bij jullie”, en hij kroop even tegen zijn vader aan.
Ik nam hem mee naar het hek en we deden wie de auto het eerste aan zag komen. Ondertussen stond zijn mondje niet stil, hij had een korte broek aan “jullie niet hé…”, nee al had ik dat graag gedaan met deze warmte….
Terwijl wij op de auto wachten vroeg ik hem of hij me wilde helpen om de auto de weg te wijzen naar het gebouw? Dan mocht hij samen met mij voor de auto uit lopen. “Weet opa dan niet waar het is?”. Ik antwoordde: “Nee en omdat wij willen dat alles goed gaat, lopen wij voor de auto uit”. Ik vertelde dat we, voordat we gaan lopen eerst naar de auto kijken, een kleine buiging maken en dan langzaam gaan lopen, links ..rechts…
Daar was de auto en tegen de ouders zei ik dat wij samen voor de auto uit zouden lopen. Dat vonden de ouders een mooi idee en zo stonden we daar, voor de auto en we buigen tegelijk ons hoofd een beetje. We draaiden ons om en daar gingen we, links rechts…”ik let goed op hoor”, fluisterde hij. “je doet het heel goed”, fluisterde ik terug.
Netjes zoals ik had gezegd draaiden we ons weer om aan het eind van het pad en weer dat kleine gebaar van ons hoofd buigen. IJverig hielp hij mee om de kist op de baar te leggen en opa mee naar binnen te brengen. Opa ging mee naar de gezinskamer, ze wilden hem nog even zien en afscheid nemen. Dat was heel verdrietig en mijn kleine assistent moest erg huilen. Maar zei hij later: “ik heb wel gezegd dat ik van hem hou”.
Toen ik de gasten uitnodigde om de aula in te gaan stond mijn kleine assistent weer naast me en wenkte de mensen naar binnen. Normaal doen mensen dit niet bij een assistent van mij maar nu gaven veel mensen hem een dikke knuffel voor ze naar binnen gingen. Zoveel liefde voor hem, ik was er door geraakt.
Dapper liep hij daarna met zijn vader en moeder, oom en tante mee naar binnen en hield de kist stevig vast.
De kaarsen moesten nog aangestoken worden en natuurlijk werd dit door deze jonge assistent gedaan. Alleen de hoge kaarsen waren wat lastig, ja tenslotte is hij nog een beetje klein.
Na afloop tijdens het koffiedrinken zag ik hem weer rennen en spelen en lachen met zijn nichtje. Het werk was gedaan, hij had goed afscheid genomen van opa. Nu is er weer tijd voor andere dingen.
Dank je wel lieve kleine assistent, je bent een kanjer!
(met toestemming van betrokkene geplaatst)